Category Archives: op het werk

Vijf tips die je aantrekkelijker maken

Wil jij ook graag dat mensen naar je luisteren als je iets vertelt? Wil je dat mensen je ernstig nemen? Dat ze je graag mogen? Hier vijf tips om te zorgen dat mensen je “gezien” hebben.

Kijk de ander recht in de ogen
Kijk de ander aan als je ermee praat. Op die manier toon je je aandacht en interesse voor die persoon. En heeft je gesprekspartner het gevoel dat je naar hem of haar luistert. Daarmee dwing je respect af en zorg je ervoor dat die ander jou ook ernstig neemt.

Glimlach en knik naar anderen
Mensen die regelmatig knikken naar de ander komen charmanter over. Door te glimlachen en af en toe te knikken lijk je sympathieker, hartelijker en innemender. Mensen staan dan meer voor je open, waardoor er ook meer naar je geluisterd wordt als je iets zegt.

Katrien

Strooi met complimentjes
Mensen voelen zich beter als je hen positief benadert. Ze vinden jou ook leuker als je hen uitlegt wat je aan hen waardeert. Dat maakt ook jou aantrekkelijker. Wil je intelligent en creatief overkomen, doe dan iets extra en geef een poëtisch compliment. Bijvoorbeeld: “Jouw ogen zijn even verfrissend als de ochtenddauw” of “Jouw verschijning geeft mij telkens weer energie om de dag door te komen, net als het passeren van een veld vol zonnebloemen”

Wandel met zelfverzekerde tred
Laat je smartfoonschermpje even voor wat het is en kijk recht voor je uit. Wedden dat je boeiende mensen tegenkomt of leuke situaties voorbij ziet komen? Met een rechte rug kom je stukken zelfverzekerder over dan voorovergebogen al turend op een schermpje. Verstevig je je pas, dan versterk je daarmee je uitstraling nog meer.

Kies voor rood
Mensen voelen zich aantrekkelijker als ze rood dragen, zo blijkt uit onderzoek. Vrouwen komen dominanter en succesvoller over in de kleur van de liefde. Wil je iets gedaan krijgen? Kies dan voor rood en ga voor de overwinning!

Nood aan een pauze?

Last van slapeloze nachten of van maag- en darmklachten? Zin om op alles en iedereen te vitten? Heb je een kort lontje op het werk of thuis? Dan is de kans groot dat je over je grenzen heen gaat… en nood hebt aan me-time. Even terug tot rust en tot jezelf komen…

Hier vijf tips om aan selfcare te doen. Want hoe meer je jezelf verzorgt hoe meer je kan openstaan voor anderen.

Beweeg elke dag een halfuur
Als je graag naar de sportclub trekt, geen probleem. Zeker doen! Ben je niet zo’n sportief type? Ook dan kan je ruimschoots aan je half uurtje beweging per dag komen. Neem de trap in plaats van de lift, sla de tram over en ga dat eindje te voet, neem de fiets naar de bakker in plaats van de auto, enzovoort. Een half uur doorstappen, fietsen of lopen versnelt je hartslag, je bloedsomloop en je ademhaling. Dat is heel gezond! Op die manier verklein je de kans op hart- en vaatziektes op latere leeftijd en versterk je je algemene weerstand.

Dans vijf minuten per dag
Een half uur bewegen op een dag is heel gezond. Zet je een muziekje op, dan wordt bewegen eens zo leuk! Swingend de dag door. Je hoeft geen grote danser te zijn om blij te worden van bewegen op muziek. Een paar pasjes zetten of wat swingen met je heupen geeft al een goed gevoel. Zeker als je een drukke dag en volle agenda hebt kan even enkele minuutjes dansen op een leuk muziekje de sleur en de stress doorbreken. Daar wordt iedereen blij van!

Hou werk en privé gescheiden
Smartfoons en laptops zijn een zegen, maar ook een vloek. De verleiding is groot om niet alleen je sociale media te checken, maar ook even je werkmails. Of, erger nog, je collega’s gebruiken je sociale media om nog even iets werkgerelateerd te melden. Het is heel moeilijk om op die manier grenzen te stellen. Toch proberen… Stel een begin- en einduur in waartussen je je werkmails checkt en beantwoordt. Komt er vroeger of later nog iets binnen? Spijtig, niet gelezen of gezien… Je gezin, familie en vrienden hebben ook recht op exclusieve qualitytime.

Sluit je dag schermvrij af
Word je boos als je de vakantiefoto’s van vrienden en familie op je sociale media ziet voorbij komen en jij de dag erop gewoon weer vroeg uit de veren moet voor je werk? Word jij chagerijnig als je merkt dat anderen genieten van hun rust? Dan is er niets mis met hen, maar met jou… Iedereen heeft immers recht op vrije tijd en vakantie. Onderzoek heeft uitgewezen dat hoe vaker mensen online zijn en hoe vaker ze achter een scherm kruipen ‘s avonds, hoe ongelukkiger ze zijn in het ‘echte’ leven. Zet dus die computer, je gsm of je televisie uit. En investeer in je gezin. Of in jezelf! Sluit de dag af met een dikke knuffel met je lief, een goed gesprek, samen een boekje lezen met de kinderen, gaan wandelen met de hond, een heerlijk ontspannend bad of een goed boek. Daar krijg je positieve energie van.

Eet gezond
Gezonde voeding is de basis van zowel fysieke als mentale gezondheid. Zit je niet goed in je vel? Start dan met het veranderen van je eetpatroon. We blogden er al eerder over… Check de tag “gezonde voeding”.

De trein is altijd een beetje reizen

De CEO van onze nationale luchtvaartmaatschappij kondigde net een recordjaar 2018 aan. Dat is geen reden tot juichen, dat een oorzaak van intens verdriet in mijn ogen… Met één enkele transatlantische vlucht doe je je ecologische voetafdruk van een heel jaar milieuvriendelijk leven teniet. Elk vliegtuig dat de lucht ingaat veroorzaakt immense milieuschade. Gelukkig zijn er alternatieven… de trein bijvoorbeeld! Die is altijd een beetje reizen!

Vriendelijke conducteurs
Hoe goed of hoe slecht gezind ze ook zijn, de Belgische conducteurs zeggen ALTIJD alstublieft en dankuwel. Dat is allicht bedrijfsattitude, maar toch doet het wat met een mens, die vriendelijkheid. Mogelijk is het opgelegde beleefdheid, maar de meeste conducteurs gaan (veel) verder dan dat. De kans is groot dat als je opstapt aan de deur waar de conducteur naar buiten komt, dat ie je begroet met “Goeiemorgen!” of “Welkom op deze trein!” Menig treinbegeleider strooit met grapjes en sommige verkondigen zelfs heel der gedichten over de intercom. Dat maakt je dag helemaal goed!

Respect voor de chauffeur
Treinbestuurders hebben geen makkelijke job. Zij werken vaak urenlang, zonder plaspauze, en moeten elke seconde alert zijn. Velen onder hen doen hun job echter doodgraag. En ze doen dat goed. Staat de trein te lang stil en hoor je een “Toet, toet, toet…” over de intercom, dan roept de bestuurder de treinbegeleider op. Enkele ogenblikken later hoor je dan de conducteur uitleggen dat je voor een rood sein staat en de trein over enkele minuten zal vertrekken. Of dat er vee over de sporen loopt, er een kabel gebroken is of een overweg blokkeert. Treinbestuurders proberen samen met de conducteur de passagiers altijd zo goed mogelijk op de hoogte te houden van wat er gaande is. Deze mensen wensen wel respect als wederdienst. Zo heb ik ooit eens een treinbestuurder uit zijn raampje zien hangen na aankomst op een station, roepend naar een meisje dat net de sporen overgelopen was om haar trein nog nipt te halen: “Als jij zo dadelijk de trein opstapt, dan vertrek ik niet! Jou neem ik niet mee!!” En gelijk had ie… Je leven riskeren om vlak voor een doorkomende trein gesloten slagbomen te passeren of een half uurtje wachten op de volgende trein en dan maar te laat komen op je werk of op school… Mijn keuze is snel gemaakt.

Onthaasting
Ik ontmoet de boeiendste mensen op de trein. Zeker in de niet-spitsuren als mensen tijd hebben voor een babbel. Trek je stoute schoenen aan en start een praatje met de mensen in je coupé. Er is er altijd wel eentje die blij is dat er iemand een praatje maakt. Waarom mensen die dag de trein nemen, waar ze heen gaan of waar ze vandaan komen, het is altijd een ander verhaal. En zoek je een lief? Ook dat wordt wel eens gefikst via de NMBS. Wissel contactgegevens uit of zet een zoekertje in de Metro, de gratis treinkrant… En wie weet hou je er een levenslange vriendschap aan over!

Werk ze
Je zit voor verre reizen soms urenlang op de trein. Dat is geen tijdverlies… dat is winst! Neem wat papieren mee die je nog moest nalezen of voorbereiden, pak je laptop op schoot, beantwoord je mails, beluister een online lezing, eet rustig je ontbijt of lunch op, lees een spannend boek of werk je make-up bij. Het kan allemaal op de trein! Reken op voohand je reistijd uit en neem je werk of tijdverdrijf gewoon mee op de trein. De trein wordt dan een deel van je leven. Het komt maar zelden voor dat de trein zo overvol is dat je moet rechtstaan. En wil je altijd zeker zijn van een rustige zitplaats? Dan betaal je een kleine meerprijs en zet je je in de eerste klasse.

Geniet van wat voorbijkomt
Met de trein reizen is ook tijd hebben voor het genieten van het landschap waar je doorheen rijdt. Of binnengluren in de tuinen van de huizen die je passeert. Met de trein reizen is het ideale middel om even weg te doezelen bij het winterzonnetje dat door de raam schijnt of te fantaseren over het leven van de mensen in de huizen die je voorbijraast, zonder de stress die autobestuurders hebben in de file…

De trein? Dat is altijd een beetje reizen.

Ademen, voelen, nadenken en geloven

Half zes ‘s avonds. Ik fiets het perron op. “Goeienavond.” zeg ik zachtjes tegen een brede rug, terwijl ik op mijn rem ga staan. De rug bestudeert de treinuren op het gele aankondigingsbord. Als hij zich langzaam omdraait kijk ik in een bekend gezicht. Lichtbruin haar tot op schouderhoogte, een beetje vettig en in de war, bolle wangen, heldere onderzoekende ogen.

“Hallo!” zegt hij met een lichte slis in zijn stem. Vertrouwde klank. En hij kijkt toe terwijl ik van mijn plooifiets stap: “Hoe gaat het ondertussen met jou? En met de geschiedenispassie?”

Sommige mensen vergeet ik nooit. Bijzonder knap zijn of heel intelligent, dat helpt. Maar de mensen die mij écht bij blijven, doen dat om wat ze zeggen, om wie ze zijn. En om wat ze teweegbrengen bij anderen.

Deze man is zo iemand. Zo’n vijftien jaar geleden was hij mijn godsdienst- en filosofieleraar op de hogeschool. Een buitenbeentje, plaatste overal een vraagteken achter. Niet alle studenten hadden hem graag. Hij kon als geen ander de vinger op je zwakke plek leggen. “Blijven nadenken, blijven lezen, blijven kennis vergaren.” zei hij dan. I loved it!
Met zijn filosofische vragen slaagde hij erin om mijn puberaal ronddwalende en zoekende geest weer richting te geven. Ik herontdekte de mensen om me heen. Ging met een andere blik naar het leven kijken. Kreeg weer vat op die drang naar maatschappelijke rechtvaardigheid die door mijn aderen stroomde. En stapte vol overtuiging het godsdienstonderwijs in. Een deeltijdse baan die ik combineerde met een universitaire studie Kunstgeschiedenis en Archeologie.

“Hoe gaat het met de geschiedenispassie?” vraagt ie nogmaals, geïnteresseerd. “Goed!” antwoord ik, “Die is er

nog steeds!” Hij wijst met zijn kin in de richting waaruit ik gefietst kwam: “Geef je nog altijd les?” Ik bevestig: “Ja, geschiedenis… Er is alleen een tweede passie bij gekomen: lactatiekunde. Mijn passies zijn dus verruimd.” En ik wacht zijn reactie af. Die komt er niet, is ie te intelligent voor. Dus ik vervolg: “Begeleiding van moeder- en kindkoppels.” Hij denkt na… “Lacta, dat is iets met melk.” Inderdaad.

Hij vraagt hoe ik daar toe gekomen ben. Ik begin te vertellen over de voorbije wendingen in mijn leven. Over keuzes die ik maakte waardoor sommige deuren dicht gingen en andere weer open. Dat ik mijn godsdienstjob opgegeven heb bijvoorbeeld, omdat ik het gevoel had dat de meeste leerlingen het zaadje dat ik probeerde te zaaien amper de kans gaven om te ontkiemen. Dat er van thuis uit ook vaak niet voldoende voeding kwam. Dus dat dat kwetsbare kiempje van geloof bij veel leerlingen alweer verschrompeld was nog voordat ze de retorica bereikt hadden. Hij reageert verbaasd en begrijpend tegelijkertijd.

Ik leg uit dat het stichten van een gezin en het nemen van loopbaanonderbreking een enorme verfrissing en herbronning voor me geweest zijn. Dat ik vanuit die cocon van geborgenheid weer terug met open blik naar het leven kon kijken. Dichter bij de natuur kwam ook, bij de essentie van het leven: “Weet u nog dat u mij tegengekomen bent op de trein, meer dan tien jaar geleden ondertussen, toen ik nog geen kinderen had en studeerde op de universiteit?” vraag ik, “Bij het afscheid nemen waren uw laatste woorden: ‘Blijven nadenken, Katrien.’ U had gelijk. Ik heb daar in de loop der jaren nog twee dingen aan toegevoegd… Een mens moet eigenlijk maar drie dingen in het leven: blijven ademen, blijven voelen en blijven nadenken. Dat is de essentie. Al het andere vloeit daaruit voort. Op die manier doe ik ook aan lactatiekundige begeleiding: back to the basics, back to nature!”

Hij glimlacht en vertelt over zijn gezinnetje, met een pasgeboren baby. Ik zie de liefdevolle schittering in zijn ogen als hij omschrijft hoe zijn vrouw en hij uitkeken naar de komst van de baby. Dat ze daar samen mooi naar toe geleefd hadden. Het verhaal kentert als hij de borstvoeding omschrijft die niet liep zoals verwacht: “Er zijn heel veel mensen geweest die tips gaven en informatie, maar er is eigenlijk nooit iemand geweest die echt tijd voor ons heeft gemaakt.” Er klinkt verdriet door in zijn stem. Zijn vrouw heeft het er moeilijk mee gehad. En hij ook, voel ik: “Ik wou dat we iemand zoals jou gekend hadden zoveel maanden geleden, dat ik wist dat je met lactatiekunde bezig was.”

Zorgverlening, zorg verlenen vraagt tijd. Om tijd te maken voor de gezinnen die ik begeleid, boet ik aan loon in. Daar waar een zelfstandige vroedvrouw zes of meer huisbezoeken op een dag doet, plan ik er maximum twee.

Waar we wonen, wil hij ook weten. In de zuiderkempen, buiten het dorp. En of we een tuin hebben. Tuurlijk hebben we een tuin! “Met…?” vraagt hij. “Een uitgebreide kruidentuin, een moestuin en verschillende fruitbomen en -struiken. We proberen om zo veel mogelijk zelfvoorzienend te leven wat groentes en fruit betreft.” leg ik uit, “Met de hulp van een vrijgevige boer even verderop lukt dat aardig tijdens de zomermaanden en een deel van de winter.” Hij knikt goedkeurend.

Tijdens ons gesprek over moestuin en zelfvoorzienend leven rijden we de donkere tunnel van Antwerpen Centraal binnen. Ik raap mijn spullen bij elkaar. Als ik met mijn plooifiets en zware schoudertas bijna aan de treindeuren sta om uit te stappen, roept hij me nog na:

“Katrien, erin blijven geloven, hè!”

Deze blog werd in 2013 gepubliceerd op Borstvoeding Aardig en werd geplaatst met toestemming van de auteur.

Ben jij gelukkig op het werk?

Je werk is je werk, niet? Veel mensen gaan elke dag werken, maar doen dat gewoon omdat het moet en niet omdat ze hun werk zo geweldig leuk vinden. Dat is jammer… Je brengt namelijk meer tijd door op het werk dan thuis.

Tijd om aan dat zo zo-gevoel wat te doen! Vijf tips:

1. Strooi met complimenten

Als je collega’s gelukkig zijn, word je daar zelf ook vrolijker van. Wacht niet totdat je collega’s wat ondernemen, maar doe iets voor hen! Zeg het als ze iets zeggen of doen dat je fijn vindt. Haal een verse pot koffie voor de hele afdeling, deel vers gebakken koekjes uit of geef een compliment over de nieuwe hippe jas van je collega. Wedden dat ze je positiviteit al snel overnemen?

2. Neem af en toe een pauze

Mensen zijn productiever als ze regelmatig een korte pauze nemen. Heb je een rapport klaar, doe dan even een rondje door de gang. Uurtje hard doorgewerkt? Dan is het tijd voor een glas water of een stukje fruit. Of simpelweg een plaspauze of babbeltje met de collega naast je.

Onderbreek af en toe je werk om een frisse neus te halen. Dat geeft energie aan je hersenen en je lijf, waardoor je er daarna weer eens zo hard tegenaan kan. Daar heeft ook je werkgever baat bij!

3. Ga voor beweging

Laat de auto thuis en ga te voet of met de fiets naar het werk. Is de afstand te groot? Dan is stappen of fietsen misschien wel te combineren met het openbaar vervoer. Je gaat de eerste niet zijn die met de plooifiets de trein opstapt richting werkplek…

Neem op je werk de trap in plaats van de lift en sta regelmatig op van je bureaustoel. Misschien kan je staand vergaderen? Of is een zitbal een optie? In plaats van een mailtje te sturen naar je collega twee bureaus verder kan je ook even langsgaan en face to face vertellen wat je wilde mailen. Vele redenen zijn goed om even recht te staan en van achter je bureau te komen…

4. Snoep gezond

Gezonde tussendoortjes geven energie en boosten je humeur. Neem een speciale “snoep”doos mee naar het werk, vol gezonde lekkernijen: snoeptomaatjes, babymaïs, puntpaprika’s, radijsjes, druiv

gezonde voeding

en, bosbessen, aardbeien, enz. Fruit en groentes geven energie. En de vitamines en mineralen die ze bevatten boosten niet alleen je humeur, maar ook je weerstand!

Blijf je met enkel fruit en groentes toch een beetje op je honger zitten, dan vul je je “snoep”doos aan met blokjes kaas, ongezouten nootjes, rozijntjes of een mueslireep.

Je kan ook afspreken dat je samen met je collega’s een “snoep”doos deelt. Maak een beurtrol, zodat elke collega een vaste dag heeft waarop het zijn of haar beurt is om de “snoep”doos te vullen voor de afdeling. Op die manier krijg je elke dag wat ander lekkers voorgeschoteld en doe je misschien inspiratie op voor snelle hapjes thuis.

5. Maak een lijstje van de leuke dingen aan je werk

Train jezelf om positief te denken en noteer de leuke dingen aan je job. Wij zijn vaak te veel bezig met piekeren over dingen die ons ergeren of boos maken. Stop dat klaagpatroon en focus je op de dingen die je energie geven en waar je blij van wordt. Wedden dat je lijstje langer is dan je aanvankelijk dacht?

Vroedvrouw

“Mammaah, waar gaan we ei’lijk naartoe?” hoor ik mijn peuterdochtertje vragen in het fietsstoeltje voor me.
“We gaan naar een vroedvrouw” antwoord ik. “Dat is een mevrouw die met mama’s en kleine babytjes werkt.”

Ze draait zich half naar me om en kijkt me bedenkelijk aan. “Wat gaan we daar dan doen? … Jij werkt ook met babytjes…”

Juist, het verschil tussen een lactatiekundige en een vroedvrouw…
“We gaan een pakje brengen, met kaartjes. Die mevrouw heeft daar naar gevraagd.” leg ik uit terwijl ik haar straat in fiets: “Ik werk met mama’s en kleine kindjes die mamamelk krijgen. Met babytjes, en peutertjes… of kleuters. En die mevrouw, die werkt met mama’s die een babytje in de buik hebben. Of mama’s die een babytje hebben dat pas geboren is.”

“Krijgen die babytjes mamamelk?” vraagt ze nieuwsgierig.
“Nee, niet allemaal. De meeste wel. Die mevrouw werkt ook met mama’s waarvan het kindje geen mamamelk krijgt.”
“Alle kindjes krijgen mamamelk!!” roept ze verontwaardigd.
Ik zwijg.

“Mammaah… Als ik later een mama ben en een baby in de buik heb…”
Ik bedenk dat de stem die ik enkele dagen geleden aan de telefoon hoorde, nog erg jong klonk. Een snelle berekening zegt me dat mijn dorpsgenote nog wel aan de slag zal zijn als zelfstandige vroedvrouw tegen dat mijn peuterdochtertje volwassen is. Dus ik vul aan: “Dan kan het zijn dat die mevrouw voor jou komt zorgen.”

“En… als die baby dan uit de buik is…”
“Dan ga jij een prachtige borstvoedingsmama worden!” denk ik bij mezelf.
“Dan geef ik die mama tinkeh!” zegt ze overtuigd. “Totdat mijn baby een peuter is!”
Ik glimlach… Had geen ander antwoord verwacht.

“Maar… als ik dan geen…” Ze maakt haar zin niet af. Twee bezorgde donkere oogjes kijken schuin naar me op. Borstvoeding is belangrijk voor haar… “Dan zal die mevrouw je wel helpen.” sus ik “Of ik.”

“Oké… En dan mag die baby, die peuter, bij mij slapen… In mijn bed! … En in de draagdoek!”

Deze blog werd in 2013 gepubliceerd op Borstvoeding Aardig en werd gepubliceerd met toestemming van de auteur.

Young mothers and breastfeeding in Belgium

Onze organisatie was aanwezig op de voorbije GOLD Lactation Conference 2015, de grootste online conferentie voor artsen, lactatiekundigen en andere zorgverleners in de borstvoedingswereld, met meer dan 2300 deelnemers  van over de hele wereld.  “Onze” Katrien Nauwelaerts viel de eer te beurt om een van de 37 internationale sprekers te mogen zijn dit jaar.

Katrien gaf een culturele lezing over “De begeleiding van tienermoeders in België”. Als borstvoedingsconsulente en lactatiekundige IBCLC begeleidt zij reeds sinds 2008 jonge moeders die borstvoeding willen geven. Doorheen de jaren vergaarde zij heel wat expertise op dit vlak. Deze ervaring, haar literatuuronderzoek en enkele casestudies goot zij in een lezing en enkele artikels voor GOLD Lactation Conference 2015.

GOLD Lactation

Een vertaling van haar abstract:

Tienermoeders zijn perfect in staat om borstvoeding te geven. Toch starten minder jonge moeders met borstvoeding in vergelijking met oudere moeders. En diegene die effectief starten, schakelen sneller over op kunstvoeding gedurende de eerste maand postpartum.

Dit komt omdat het jonge moeders vaak ontbreekt aan kennis over de basisbeginselen van borstvoeding en de algemene principes omtrent babyontwikkeling. Daarnaast worden jonge meiden ook sneller beïnvloed door hun omgeving, zoals hun partner, hun naaste familie en vrienden. De vaak complexe leefsituatie, want vele tienermoeders wonen nog bij hun ouders, en de financiële en praktische afhankelijkheid van deze volwassenen maakt het voor hen moeilijk om eigen keuzes te maken wat betreft voeding en opvoeding van hun babytje. Jonge meiden ondervinden betutteling en zelfs dominantie door de volwassenen van wie ze afhankelijk zijn of ze willen hun vrienden behagen, en volgen daarom hun kunstvoedingsvoorkeur. Een voorkeur die veelal gebaseerd is op vooroordelen en onwaarheden.

Maar ook zorgverleners maken zich schuldig aan verkeerde adviezen. Zorgverleners reageren niet altijd adequaat op borstvoedingsvragen en -problemen van jonge moeders… Gebrek aan zelfvertrouwen en een laag zelfbeeld komen vaak voor bij tienermoeders, waardoor ze niet altijd om hulp durven vragen. En als ze dan toch hulp vragen, worden ze door zorgverleners snel geïntimideerd, waardoor ze zich niet durven verdedigen of hun echte verhaal niet kwijt kunnen. Er wordt daardoor niet altijd echt geluisterd naar tienermoeders en zij krijgen daardoor vaker dan oudere moeders het advies om flesjes te geven, borstvoeding te combineren met kunstvoeding of vroegtijdig over te schakelen op vaste voeding.

borstvoeding

Veel jonge meiden voelen zich ook erg onzeker om borstvoeding te geven in het openbaar en weten niet goed hoe ze borstvoeding moeten gaan combineren met hun werk of studie. Daarnaast vragen ze zich af of de zwangerschap en het geven van borstvoeding hun mooie jonge lichaam lelijker zal maken… Jonge moeders zijn moeders, maar tegelijkertijd zijn het ook gewoon jonge meiden die er leuk willen blijven uitzien, die zich willen opmaken, uitgaan, jong zijn! Echt luisteren naar deze tieners hun verhaal, naar hun vragen en bezorgdheden en informatie geven die aangepast is aan hun leefwereld, bij voorkeur in de vorm van peer-counseling, is noodzakelijk om de borstvoedingscijfers in deze groep te vergroten.

En als we tienermoeders onderrichten, dient ook hun naast omgeving, d.i. hun partner, hun moeder, een goede vriendin, daarbij betrokken te worden. Enkel op die manier kunnen vooroordelen en onjuistheden omtrent babyvoeding uit de wereld geholpen worden.

Zorgverleners en leerkrachten hebben specifieke training nodig om te leren omgaan met deze kwetsbare groep, om vooroordelen omtrent tienermoederschap te counteren en ervoor te zorgen dat deze meiden en hun babytje op een borstvoedingsvriendelijke manier verder geholpen worden. Tienermoeders hebben nood aan een aangepast schoolcurriculum, flexibele kinderopvang en begripvolle leerkrachten, zodat ze hun studie kunnen afwerken. Het behalen van een diploma vergroot immers hun kans op de arbeidsmarkt. En daar profiteert hun babytje, en de ganse maatschappij, mee van!

gold lactation

Steun, begeleiding en aangepaste informatie tijdens de zwangerschap en de eerste zes weken postpartum zijn cruciaal om jonge moeders te laten kiezen voor borstvoeding. Maar idealiter start borstvoedingseducatie al voordien, namelijk als onderdeel van de algemene gezondheidseducatie op school!

Het Nederlandstalige artikel “Borstvoedingsbegeleiding aan tienermoeder, een literatuuronderzoek” lees je hier.

Een lezing aanvragen? Hier vind je info.

© 2015 Katrien Nauwelaerts